|
Angst: hoogtevrees, angst voor: spinnen, dieren etc., onzekerheid, verlegenheid, sociale en motorische faalangst, eerste schooldag, examenangst, afrijden, etc.
Stress: oververmoeidheid, overbelasting, bedplassen, pesten, drukke baan, druk gezin, niet kunnen ontspannen, niet kunnen inslapen of ’s nachts wakker worden, piekeren, etc.
Concentratie: leer- of concentratieproblemen, examen.
Verdriet: Na overlijden, scheiding, trauma, heimwee, ziekte of langdurige ziekte, etc.
Of het gevoel van geen grip meer op je leven te hebben, het leven even heel lastig te vinden!
|